Het ambacht stoelenmatten is een vak apart:
Locatie:
Hardenberg (Baalderveld).
Mijn naam is Job Brink en ik ben stoelenmatter, ik leerde het ambacht ruim 42 jaar geleden van mijn vader. Vaak ziet men dat het vak, van vader op zoon/dochter wordt doorgegeven.
Al op 11-jarige leeftijd begon ik met het ambacht en gaf ik na een paar jaar demonstraties op markten, braderieën en musea. Zo bekwaamde ik me verder in het ambacht en kreeg ik wat naamsbekendheid.
Zelfs mijn vaders opa, die in 1932 ook in Hardenberg woonde was destijds stoelenmatter (een reclame stukje uit de plaatselijke krant heb ik nog), zie portfolio stoelenmatten. Ik keek altijd over de schouder van mijn vader mee, het is een arbeidsintensief handwerk, mijn interesse groeide daardoor in het stoelenmatten.
Prachtig beroep
‘Het is een prachtig beroep en nu is het voor mij tijd om een eigen bedrijfje hierin te beginnen. Het materiaal is duur en er gaan veel uren in zitten, maar desondanks oude stoelen die voorzien moeten worden van een nieuwe biezen of webbing zitting……blijven in omloop.
In het verleden waren het vooral woonwagenbewoners/reizigers die dit ambacht uitoefenden. Het was seizoensarbeid, want in juni moeten de biezen afgesneden worden. Dan zijn ze op lengte, maar nog niet volgroeid. Blijven ze langer staan dan worden het vishengels en kan een stoelenmatter er niet meer mee werken. In het voorjaar en de zomer gingen woonwagenbewoners langs de deur met verse biezen. Wie een stoel te matten had zette deze op de deel en de stoelenmatter ging aan de slag. Hij was er wel een paar uur mee bezig, af en toe werd er even om de deur gekeken of hij er nog zat.
Biezen
De biezen worden eerst nat gemaakt, vervolgens ineengedraaid en dan pas tot matten gevlochten. Toen ik begon met stoelenmatten gebruikte ook Nederlandse zout water bies uit - de naam zegt het al - de Biesbosch. ‘Die proefde gewoon zout en had de eigenschap dat hij bij vochtig weer een beetje vocht op nam. Daardoor bleef hij langer houdbaar, ook op de stoel.’
Na de ingebruikname van de Haringvlietsluizen als onderdeel van de Deltawerken verdween het getijverschil in de Biesbosch en daarmee ook de zoutwater bies. Nu gebruik ik zoetwater bies uit Portugal en deze kwaliteit doet niet onder voor de Hollandse bies.
Genemuiden
Ik koop mijn materiaal bij een biezenhandel in Genemuiden, van oudsher het stadje van de bies cultuur. Al in de 16e eeuw werden aan de kust van de Zuiderzee tussen Genemuiden en Kampen biezen geoogst voor het maken van matten. Toen de vraag afnam, de concurrentie uit het Verre Oosten toenam en de biezen schaarser werden, schakelde men over op kokosmatten. In de jaren 60 begonnen de Genemuider fabrikanten tapijt van nylon en wol te maken. Nog steeds is 60% van de totale Nederlandse productie van kamerbreed tapijt afkomstig uit Genemuiden.
Webbing
Webbing vlechtwerk wordt gemaakt met de schil van de rotan. De dunne, fijne strookjes rotan komen uit Indonesië en worden door bestaande gaatjes in het stoelframe gevlochten. Het is kostbaar materiaal, dit vlechtwerk zie je veel op antieke stoelen die ingevoerd zijn in de koloniale tijd. Oorspronkelijk zijn deze stoelen bedoeld voor kleine, lichte mensen uit de eerste helft van de vorige eeuw. Het materiaal is sterk en bij normaal gebruik kunnen huidige westerlingen er prima op zitten, maar je moet er niet op gaan staan om een plant water te geven.